Cijfers Pleegzorg 2014

ingevoerd op 26-10-2015

In 2014 hebben 21.880 jeugdigen voor korte of langere tijd gebruik gemaakt van pleegzorg. Dit betreft het aantal unieke pleegkinderen. Op 1 januari 2014 woonden in Nederland 17.830 jeugdigen bij pleegouders. In 2014 zijn 9.608 nieuwe plaatsingen gerealiseerd en zijn er 9.114 plaatsingen beëindigd. Op 31 december verbleven 18.175 jeugdigen bij pleegouders. Het aantal nieuwe plaatsingen is met 118 toegenomen ten opzichte van 2013. Het aantal beëindigde plaatsingen is nagenoeg gelijk gebleven (8 meer dan in 2013). De instroom in pleegzorg is groter dan de uitstroom. In het komende jaar zijn zeker 3500 nieuwe pleegouders nodig om de forse groei in vraag naar pleegzorg op te vangen.

Netwerkpleegzorg
40% van de pleegkinderen vond in 2014 onderdak bij bekenden, de zogenaamde formele netwerkpleegzorg. Dit kunnen grootouders, tantes en ooms zijn, maar ook onderwijzers of buren. Er is hier sprake van een hulpvraag en begeleiding van de pleegouders. Het betreft kinderen met complexe problematiek of gezinnen waarbij sprake is van complexe systeemproblematiek. Van de lopende plaatsingen woont 42% van de pleegkinderen bij bekenden. Dit percentage is al een aantal jaar stabiel. De netwerkpleegzorg is meegegroeid met de totale toename van de pleegzorgplaatsingen.

19% van de nieuwe pleegzorgplaatsingen in 2014 betreft crisisopvang en 63% van de plaatsingen voltijdpleegzorg. 18% van de plaatsingen betreft deeltijdpleegzorg, meestal in weekenden en/of vakanties. Het aandeel deeltijdpleegzorg is in vergelijking met 2013 met 2% toegenomen (van 16% naar 18%). Met de inzet van deeltijdpleegzorg ter ontlasting van ouders kunnen uithuisplaatsingen worden voorkomen.

Duur van de opvang
Op 31 december 2014 woonde 67% van de jeugdigen langer dan een jaar bij pleegouders, waarvan 50% langer dan 2 jaar. In die situaties waar een uithuisplaatsing en plaatsing bij pleegouders noodzakelijk is, betreft het een (zeer) kwetsbare groep jeugdigen. Er is sprake van ernstige problematiek, zoals hechtingsproblemen, gedragsstoornissen en trauma’s. Dat leidt tot meer langdurig verblijf in pleegzorg.

Leeftijd van de kinderen
33% van de jeugdigen die in 2014 in een pleeggezin is geplaatst, is 12 jaar of ouder. 31% van de geplaatste jeugdigen is vier jaar of jonger en 36% van de jeugdigen heeft de basisschoolleeftijd. Pleegzorg laat daarmee zien dat het een vorm van jeugdhulp is die voor jeugdigen van alle leeftijden een goed alternatief is bij een uithuisplaatsing. In 2014 zijn evenveel meisjes als jongens bij pleegouders geplaatst.

Vrijwillig of jeugdbescherming
Bij 66% van de jeugdigen die bij pleegouders wonen is er sprake van een jeugdbeschermingsmaatregel: voor 37% van de pleegkinderen is dat een Onder Toezicht Stelling (OTS) en voor 29% van de pleegkinderen ligt de voogdij bij Bureau Jeugdzorg. 27% van de pleegkinderen verblijft bij pleegouders in het kader van vrijwillige hulpverlening, dat wil zeggen zonder jeugdbeschermingsmaatregel. Bij 7% van de pleegkinderen is er sprake van pleegoudervoogdij. Ee´n of beide pleegouder(s) hebben dan de voogdij over hun pleegkind, met behoud van een pleegcontract, een pleegvergoeding en begeleiding.

 

Richtlijn

Kennis over goede pleegzorg is nu verzameld in een nieuwe Richtlijn Pleegzorg voor jeugdhulp en jeugdbescherming. De Richtlijn is bedoeld voor professionals die zijn betrokken bij de uitvoering van pleegzorg. Lees hier (http://www.bettercarenetwork.nl/nw-17382-7-3599254/nieuws/nieuwe_richtlijn_pleegzorg.html) meer.

pleegzorg pleegzorg