Kids Rights publiceert Kids Rights Index 2016

ingevoerd op 13-06-2016

KidsRights heeft in samenwerking met de Erasmus Universiteit de KidsRights Index 2016 gepubliceerd. De Index is een jaarlijks vastgestelde ranglijst die meet hoe kinderrechten wereldwijd worden nageleefd en in hoeverre landen zich inzetten om de rechten van kinderen te verbeteren.  

De ranglijst

Voor het tweede jaar op rij staat Noorwegen op nummer 1 in de Index. Runners-up in de top 10 van 2016 zijn Portugal, IJsland, Spanje, Zwitserland, Slowakije, Ierland, Frankrijk, Finland en Tunesië. Zwitserland en Finland hebben Nederland (nu 13) en Zweden (nu 14) in de top tien vervangen. De slechtst presterende landen van dit jaar zijn Guinea, Angola, Lesotho, Equatoriaal Guinee, Guinee-Bissau, Papoea-Nieuw-Guinea, Tsjaad, Afghanistan, Centraal-Afrikaanse Republiek en Vanuatu.

Mexico (102 naar 37), Jamaica (103 naar 51) en Colombia (123 naar 60) krijgen een eervolle vermelding: zij zijn flink in de ranglijst gestegen ten opzichte van vorig jaar. Deze landen hebben aanzienlijke stappen gemaakt met het faciliteren van de omgevingsfactoren die nodig zijn om de kinderrechten in hun land te waarborgen, bijvoorbeeld door verhoging van budgetten voor kinderrechten. Brazilië (43 naar 107), de Verenigde Arabische Emiraten (39 naar 78), de Dominicaanse Republiek (68 naar 96) en Irak (120 naar 151) scoren juist opvallend slecht vergeleken met 2015 en worden gemaand om meer te doen om de rechten van hun jongste generatie te bevorderen.

Landen doen internationale afspraken over kinderrechten tekort

KidsRights dringt er bij alle 163 landen die in de Index voorkomen op aan meer te doen om discriminatie van minderheidsgroepen van kinderen en jongeren te bestrijden. Kwetsbare en gemarginaliseerde kinderen, waaronder vluchtelingenkinderen, kinderen van migranten, kinderen met een handicap, straatkinderen en inheemse kinderen, worden nog steeds op grote schaal gediscrimineerd. Bovendien kan en moet de samenwerking tussen overheid en het maatschappelijk middenveld wereldwijd een stuk beter. KidsRights maakt zich met name zorgen over de toenemende bedreigingen tegen mensen die opkomen voor kinderrechten, journalisten en andere mensenrechtenactivisten in het algemeen. KidsRights constateert dat mensen die zich uitspreken tegen het kinderrechtenbeleid van overheden nog veel te vaak worden lastiggevallen, bedreigd, mishandeld of gevangengezet.

Bovendien doen veel landen veel te weinig aan het stimuleren van kindparticipatie. Marc Dullaert, oprichter en voorzitter van KidsRights: ”Niet één van de 163 landen in de Index boekte op dit punt de hoogst mogelijke score. Dit betekent dat de standpunten van de 2,2 miljard kinderen in de wereld onvoldoende worden meegewogen bij kwesties die hen direct aangaan. KidsRights roept alle landen op om de standpunten van kinderen te respecteren en serieus mee te wegen tijdens beleidsvormingsprocessen.”

Welvaart is niet altijd een garantie voor kinderrechten

Interessant is dat economisch beter presterende landen het niet per se beter doen als het gaat om het beschermen van kinderrechten. Italië (81), Canada (72) en Luxemburg (56), bijvoorbeeld, worden aangespoord om de infrastructuren die zij voor kinderrechten hebben gebouwd, te verbeteren. Deze welvarende landen hebben de mogelijkheden om in kinderrechten te investeren, maar doen dat vooralsnog te weinig. Aan de andere kant verdienen Tunesië (20) en Thailand (21) ieder een eervolle vermelding in dit opzicht. Hun hoge positie in de Index ten opzichte van hun economische status is voor een groot deel te danken aan de kaders die zij scheppen om kinderrechten te waarborgen. Voor Thailand geldt bijvoorbeeld dat zij goed scoort op kinderrechtenwetgeving.

Nederland is dit jaar in de ranglijst gezakt van de 2e plaats (2015) naar de 13e plaats.

Dit is met name het gevolg van de beoordeling die Nederland in 2015 heeft gekregen van het VN Kinderrechtencomité in Geneve. Die beoordeling is gepubliceerd in de ‘concluding observations’ die aangeven hoe het volgens het Kinderrechtencomité met kinderrechten in Nederland gesteld is. Vergeleken met het vorige oordeel van het Comité zijn vooral de zogeheten ‘omgevingsfactoren’, die nodig zijn om kinderrechten in Nederland te waarborgen, verslechterd. Nederland presteert minder op twee van de zeven indicatoren binnen dit domein, namelijk ‘beschikbaar budget’ en ‘faciliterende wetgeving’. Prof. Karin Arts van de Erasmus Universiteit (ISS): “Met het feit dat Nederland uit de top 10 valt, weerspiegelt de KidsRights Index de zorgen van het Kinderrechtencomité, bijvoorbeeld over kinderen in Nederland die in armoede leven, en over bezuinigingen die ook gezinnen en kinderen die van een mimuminkomen moeten rondkomen treffen. Door de recente decentralisatie van de jeugdzorg in Nederland verschillen het aanbod en budget per gemeente, waardoor kinderen in Nederland mogelijk ongelijke toegang tot die jeugdzorg hebben. Dit laat maar weer eens zien dat ook ontwikkelde landen zoals Nederland nog veel werk te doen hebben om het Kinderrechtenverdrag uit te voeren.”

Voor meer informatie, kijk hier (http://www.kidsrightsindex.org/)

Kids Rights Index Kids Rights Index