Matra-programma zet in op transformatie Oost-Europa, Westelijke Balkan en Turkije

ingevoerd op 7-11-2009

Nederland gaat het hulpprogramma voor maatschappelijke transformatie (Matra) inzetten om landen te helpen voldoen aan de EU-toetredingscriteria. Het gaat hierbij om de landen van de Westelijke Balkan en Turkije.

Daarnaast biedt Matra hulp bij transformatieprocessen in de Oostelijke buurlanden van de Unie. Ook krijgen Nederlandse ambassades in de betreffende landen meer te zeggen over de inzet van Matra middelen.
Deze nieuwe aanpak vloeit voor uit de notitie ’Matra gemoderniseerd’, die staatssecretaris Frans Timmermans (Europese Zaken) deze week naar de Tweede Kamer stuurde. Deze notitie is te downloaden van de website van het Ministerie van Buitenlandse Zaken.

Het Matra-programma richt zich sinds 1994 op de ondersteuning van de overgang naar een pluriforme, democratische rechtsstaat in landen in Midden- en Oost-Europa en in enkele zuidelijke buurlanden van de Europese Unie. Het programma ondersteunt activiteiten die het proces van verandering stimuleren. Daarnaast wordt met Matra geïnvesteerd in de bilaterale betrekkingen tussen Nederland en de Matra-landen. Het Matra-programma is zowel gericht op samenwerking met het maatschappelijk middenveld als samenwerking met de centrale en decentrale overheden. In 2009 is voor Matra ruim 33 miljoen euro beschikbaar.

Het Matra-model is vijftien jaar met succes toegepast. In Europa is er sinds 1994 veel veranderd. Dat vind het Ministerie van BuZa reden het Matra-programma te moderniseren om - met behoud van de belangrijkste karakteristieken - de relevantie en doelmatigheid van het programma te vergroten en beter aan te sluiten bij de huidige uitdagingen. Invoering van het herziene beleid zal met ingang van 2010 plaatsvinden.

Indien u vragen heeft, kunt u contact opnemen met de persvoorlichter van de staatssecretaris, Mevr. Özlem Canel, e-mail: ozlem.canel@minbuza.nl

Zie ook de website van het Ministerie onder Kamerstukken de brief die de Staatsecretaris Timmermans aan de Kamer gestuurd heeft op 3 november 2009