Ervaringen met re-integratie van weeskinderen in Zimbabwe

Resultaten van het onderzoek van IMBA

IMBA (http://www.imbainternational.com/) voerde begin 2017 onderzoek uit naar de ervaringen met het reintegreren van weeskinderen uit hun opvanghuis in Zimbabwe.  Ze deelden hier graag hun opzet, ervaringen en conclusies.

 

Context van het onderzoek

Dit kwalitatieve onderzoek is uitgevoerd in januari en februari 2017 in Zimbabwe en is verwerkt in maart en april 2017 in Nederland. Het onderzoek is deel van een stage binnen de master Preventieve Jeugdhulp en Opvoeding aan de Universiteit van Amsterdam. 

 

IMBA Zimbabwe

IMBA is een ontwikkelingsorganisatie die zich inzet voor de meest kwetsbare kinderen en hun families in Zimbabwe en Malawi. Zij doet dit door verschillende interventies op een geïntegreerde manier aan te bieden, namelijk Family Economic Strengthening, Life Skills Education, Skillful Parenting & Child Protection en Learning & Play.
Helaas is er in Zimbabwe nog een groot aantal kinderen waarvan de natuurlijke gezinssituatie niet veilig of kindvriendelijk is. Deze kinderen kunnen bij IMBA terecht voor Out of Family Care in een Place of Safety. Hier vinden zij een veilig thuis en de juiste begeleiding, totdat zij herenigd kunnen worden met hun (extended/ foster) familie. IMBA biedt nu plaats aan ongeveer tien kwetsbare (wees)kinderen van 0 tot 18 jaar. Een echtpaar vervult de rol van ouders voor deze kinderen.

 

Doel en focus

Dit onderzoek toont de stand van zaken rondom de integratie van kinderen die in het gezin van IMBA wonen en hebben gewoond. Het uiteindelijke doel is de integratie van kinderen te stimuleren terwijl ze in het gezin van IMBA wonen, een geleidelijke overgang faciliteren van het gezin van IMBA naar een nieuw thuis en kinderen praktische en morele handvaten bieden die hen in staat stellen om krachtige volwassenen te worden in de samenleving.

De focus van dit onderzoek ligt op het psychologische welzijn van de kinderen gedurende het integratieproces. Met de bevindingen kunnen toekomstige stappen vastgesteld worden die IMBA zou moeten nemen in het faciliteren van het integratieproces.

 

Onderzoeksmethoden

- Literatuurstudie

- Semi-gestructureerde- en open interviews

- Activiteiten met verschillende kunstvormen

- Vragenlijsten

- Observaties

- Steekproef

 

Onderzoeksvragen en conclusies

1.Wat vinden de verschillende betrokkenen van het integratieproces van de kinderen die bij IMBA wonen/woonden?

Sommige kinderen die bij IMBA wonen rapporteren moeite met hun integratieproces en sommigen maken zich zorgen over hoe hun integratie in de toekomst zal zijn.

De ouders van het gezin van IMBA rapporteren zowel positieve als negatieve ervaringen met de integratie van kinderen in het gezin. Daarnaast zijn ze bezorgd over de integratie van de kinderen die herenigd zijn met familie of die in een pleeggezin zijn geplaatst.

De kinderen die zijn herenigd met familie of in een pleeggezin zijn geplaatst, laten verschillende gradaties van integratie zien.

De moeder van een van de herenigde kinderen is positief over de integratie van haar zoon in de familie en de gemeenschap.

De directeur van IMBA noemt elementen die integratie tegengaan, bijvoorbeeld gebrekkige samenwerking tussen verschillende betrokkenen. Ook bepaalde veiligheidsmaatregelen remmen integratie af.

Een deskundige van de Department of Social Services kent zowel succesvolle als mislukte gevallen van integratie van kinderen die bij IMBA hebben gewoond. Het monitoren van integratie na de hereniging is belangrijk, maar voldoende monitoren is niet altijd mogelijk door de huidige situatie van beperkt beschikbare middelen in Zimbabwe.

De escort die kinderen begeleidt op de dag van hereniging, rapporteert vooral positieve ervaringen, maar noemt ook uitdagingen zoals onzekere omstandigheden van nieuwe gezinnen waar de kinderen in worden geplaatst.

De gemeenschap rondom IMBA’s Place of Safety of lijkt niet zo bewust te zijn van het opvanghuis van IMBA. Dit kan wijzen op een beperkte mate van integratie van de kinderen in de gemeenschap.

De directeur van het SOS Kinderdorp Waterfalls is bezorgd over de integratie van kinderen in residentiële zorg in het algemeen. Deze kinderen zijn niet genoeg voorbereid op een leven in de gemeenschap wanneer ze de residentiële zorg verlaten.

De moeders in het SOS Kinderdorp Waterfalls zijn zich erg bewust van de onnatuurlijke omstandigheden van het leven in het dorp en de negatieve gevolgen hiervan voor de integratie van de kinderen. Ze zijn positief over het integratieproject van het SOS Kinderdorp waarbij kinderen in de vakanties in gezinnen uit de gemeenschap logeren.

Een jongvolwassene die als kind in pleeggezinnen heeft gewoond vertelt over zijn uitdagingen in het omgaan met stigmatisatie, rouw en het vinden van een doel in het leven. Deze jongvolwassene is nu volledig geïntegreerd in de gemeenschap dankzij de vele aanmoedigingen van steunende pleegouders en broers en zussen. Een andere jongvolwassene die in verschillende weeshuizen heeft gewoond beschrijft de uitdagingen die ze is tegengekomen, zoals gepest worden en geen kans krijgen om zichzelf te uiten of bepaalde zaken te bespreken. De jongvolwassenen vertellen verder over de uitdagingen omtrent het contact met de biologische familie en hereniging.

Observaties in het gezin van IMBA laten een normaal gezinsleven zien met over het algemeen gelukkige kinderen. Het gezin lijkt echter belangrijke zaken die relevant zijn voor de kinderen niet expliciet te bespreken. Ook is geconstateerd dat het gezin vrij weinig contact heeft met de gemeenschap rondom IMBA.

De dossiers over de kinderen beschrijven kort de belangrijkste punten met betrekking tot het welzijn van de kinderen en er worden een aantal uitdagingen met betrekking tot integratie genoemd. De dossiers bespreken de integratieprocessen van de kinderen slechts beperkt en de dossiers zijn niet up-to-date.

Het welzijn van de kinderen die in het gezin van IMBA wonen en van de kinderen die herenigd zijn, varieert. Zaken die het psychologische welzijn van de kinderen kunnen beïnvloeden zijn: het omgaan met trauma’s; het zoeken naar identiteit; omgaan met het feit dat kinderen IMBA in de toekomst zullen verlaten; omgaan met HIV; en stressvolle situaties zoals sociale druk binnen het gezin van IMBA en in de gemeenschap rondom IMBA.

 

2. Wat is het meest bevorderend voor het integratieproces volgens de literatuur en volgens de betrokkenen?

De besproken literatuur wijst op de volgende aandachtsgebieden:

Verzorgers van kinderen zouden moeten worden getraind om aan de basis- en hogere behoeften van kwetsbare (wees)kinderen te voldoen.

Het is belangrijk dat verzorgers in residentiële zorg bepaalde kenmerken hebben die hun zorg voor kwetsbare (wees)kinderen optimaal maken.

Kinderen in residentiële zorg moeten worden geholpen om stressvolle gebeurtenissen te verwerken en om nieuwe banden aan te gaan en de identiteit te ontwikkelen.

Het welzijn van kinderen in residentiële zorg moet worden gestimuleerd door empowerment en het stimuleren van optimisme, doorzettingsvermogen en hoop.

Er moet psychosociale steun worden gegeven aan elk kwetsbaar (wees)kind door zowel het geven van individuele aandacht als door de verzorgers van de kinderen te ondersteunen.

Kinderen in de residentiële zorg moeten actief worden voorbereid op de verantwoordelijkheden die horen bij het volwassen zijn.

Belangrijke thema’s voor kwetsbare (wees)kinderen moeten zowel individueel als in groepssessies worden besproken.

De sterke en zwakke punten van potentiële pleeggezinnen moeten worden vastgesteld.

Hereniging moet nauw begeleid worden in alle fases: bezoekjes, tijdelijk verblijf in het gezin en de periode na de hereniging.

Families moeten worden ondersteund door community-based organizations en dorpshoofden in het zorgen voor kwetsbare (wees)kinderen.

Het is belangrijk om het welzijn van herenigde kinderen systematisch te monitoren.

 

De betrokkenen noemen de volgende belangrijke onderwerpen die bij een ideale integratie horen:

de hoofdrol van de ouders van het gezin van IMBA in het integratieproces;

het stimuleren van bewustzijn bij kinderen die bij IMBA wonen van het leven in de grotere gemeenschap;

het verstrekken van hulpmiddelen door de overheid;

proberen om een pleeggezin te vinden dat bij het kind past;

kinderen die de residentiële zorg verlaten expliciet voorbereiden;

op de hoogte zijn van het welzijn van herenigde kinderen;

het gevoel van ergens thuishoren stimuleren bij kinderen;

actieve betrokkenheid van alle betrokkenen in het integratieproces;

en voorkomen dat kinderen terechtkomen in de residentiële zorg en in plaats daarvan kinderen zoveel mogelijk in de gemeenschap van origine laten blijven.

 

 

3. Wat zijn de implicaties en aanbevelingen voor het integratieproces van kinderen die met IMBA verbonden zijn, gebaseerd op de bevindingen van dit onderzoek?

 

Samengevat zijn er drie algemene aanbevelingen om het integratieproces van kinderen die verbonden zijn met IMBA’s Place of Safety te verbeteren:

- Er is behoefte aan meer expliciete begeleiding van de ouders van de kinderen in hun integratieprocessen.

- Er is behoefte aan meer (begeleide) menging met de gemeenschap terwijl de kinderen in het gezin van IMBA wonen.

- Er is behoefte aan meer communicatie tussen IMBA en de Department of Social Services, sociale hulpverleners en dorpshoofden over het welzijn van herenigde kinderen om het monitoren van deze kinderen te verbeteren.

 

Contactgegevens:

Marijke Acket, directeur IMBA International:         marijke@imbainternational.com (mailto:marijke@imbainternational.com)

Website: www.imbainternational.com (http://www.imbainternational.com)

 

DSC_0594-300x201 DSC_0594-300x201