Het Nederlands Dagblad deed in samenwerking met het Reformatorisch Dagblad en De Nieuwe Koers ruim vijf maanden onderzoek naar vrijwilligersreizen. Het onderzoekscollectief bracht daarbij 1834 vrijwilligersreizen in kaart die in 2025 vanuit Nederland vertrekken. Deze reizen worden georganiseerd door meer dan 128 organisaties. Het collectief onderzocht meer dan honderd websites, las reviews en bestudeerde jaarverslagen van organisaties die vrijwilligersreizen aanbieden. Daarnaast sprak het met tientallen deelnemers, diverse aanbieders van vrijwilligersreizen, experts en lokale bewoners. Ook BCNN heeft input geleverd.
Dit heeft geresulteerd in een podcastserie ’De wrange smaak van vrijwilligersreizen’ en in een uitgebreid artikel ’De schaduwzijde van de vrijwilligersreis is niet meer te negeren.’ De onderzoekers stellen kritische vragen: help ik de ander of mezelf? Het ruime merendeel van de bevraagde vrijwilligers besefte achteraf dat de belofte van hulp niet realistisch was. Experts geven aan dat het voor de werkgelegenheid in een land beter dat de lokale bevolking het werk zelf doet. Door hiërarchische structuren en de culturele neiging om vrijwilligers vooral gastvrij te behandelen spreken lokale bewoners bovendien vaak niet hardop uit dat de geboden hulp niet aansluit.
Van de 1833 reizen die DNK, ND en RD in kaart brachten, hadden 688 reizen lesgeven aan of opvangen van kinderen als doel. In Nederland zou voor dergelijk werk altijd een verklaring omtrent het gedrag (VOG) vereist zijn. Maar bij 150 reizen waarbij de vrijwilliger met kinderen werkt, is zo’n VOG niet nodig. De geïnterviewde experts zijn hier zeer kritisch over. BCNN pleit al jaren voor een verplichte VOG bij het werken met kinderen in het globale Zuiden. We vinden dat iedereen die in het buitenland met kinderen werkt, aan dezelfde voorwaarden moet voldoen die ook in Nederland gelden.
U kunt de longread lezen via deze link en het artikel over het gebrek aan screening via deze link.