Eind 2011 is een speciale uitgave van de Monographs of the Society for Research in Child Development uitgekomen over effecten van tehuisopvoeding, pleegzorg en adoptie: Children without permanent parents; research, practice and policy. Aan deze editie is meegeschreven door toonaangevende wetenschappers uit binnen- en buitenland.
De Monograph geeft een indrukwekkende samenvatting van wat momenteel vanuit wetenschappelijk onderzoek bekend is over effecten van tehuisopvoeding en de mogelijkheden van herstel hierna. De belangrijkste conclusies zijn:
- De meeste tehuizen voor baby’s en jonge kinderen ondersteunen de ontwikkeling van de kinderen niet en kunnen mogelijk blijvende effecten hebben op het brein van de kinderen en hun lichamelijke, cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling.
- Deze consequenties kunnen ontwrichtend zijn en duur voor de gemeenschap.
- Iedere inspanning moet erop gericht zijn om plaatsing van baby’s en jonge kinderen in tehuizen te voorkomen en als een plaatsing niet te vermijden is, moet deze zo snel mogelijk vervangen worden door een gezinsplaatsing, omdat schade vroeg en na een relatief kort verblijf al kan optreden. Adoptiegezinnen, pleeggezinnen en andere familievormen zijn beter voor de ontwikkeling van jonge kinderen dan de meeste instellingen.
Verder wordt aangegeven waar verder onderzoek nodig is en wat voor consequenties deze kennis heeft voor de praktijk.
Doordat het tijdschrift zo’n compact en volledig overzicht geeft, is het zeer informatief om te lezen. Een samenvatting van de belangrijkste punten uit de Monograph is te vinden in het artikel The Development and Care of institutionally reared Children, een samenvatting van de Leidse Conferentie over de Ontwikkeling en Zorg voor Kinderen zonder permanente Ouders, georganiseerd in 2012.
(Bron: Adoptie Driehoek Onderzoeks Centrum)